top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverMarissa

Oekraïne - Lviv

Bijgewerkt op: 30 apr. 2022

Alle schrijnende beelden in het nieuws, de miljoenen mensen die op de vlucht zijn geslagen, huisdieren die zijn achtergelaten en verhongeren achter gesloten deuren.. Ik kon het niet langer aanzien en wilde iets doen. Maar wat kun je in hemelsnaam doen in een oorlogssituatie? Ik heb geen militaire ervaring, voelde mij niet echt geroepen om de humanitaire hulp te steunen maar wilde mijn hart volgen en de dieren helpen. Mijn werkzaamheden met de daklozen en in een TBS kliniek geven voldoening, maar het liefst werk ik met dieren en niet met mensen. Zij zijn zo puur, leven in het nu, geven veel liefde, zijn dankbaar, onschuldig en vaak komt hulp voor hen maar moeizaam opgang. Ik wist niet waar te beginnen dus heb ik mij aangesloten bij een grotere organisatie die al werkzaam was in Oekraïne en Polen. Eerst heb ik spullen ingezameld in Nederland zodat ik met een gevulde auto die kant op kon gaan. Meerdere mensen doneerde voer, ik had zelf nog wat benches op marktplaats gekocht en na mijn eigen hondje flink geknuffeld te hebben, zette ik de reis in. Op naar Oekraïne, geen idee hebbend wat mij staat te wachten.



Onderweg werd het steeds rustiger naarmate ik de grens van Polen en Oekraïne naderde. Enkel ambulances, politieauto's of zelfs militaire voertuigen reden die kant op. Ik begon mij langzaam af te vragen of ik hier wel goed aan deed.


Eenmaal aangekomen bij de grens in Polen kwam ik bij een grote loods die was gevuld met voeding, medicijnen, halsbanden, benches, reismanden en nog veel meer spullen voor katten en honden. Witte busjes beplakt met rode kruizen kwamen af en aan rijden om te lossen maar ook om in te laden en het over de grens naar shelters in Oekraïne te brengen. Er werd zo ontzettend veel geleverd dat er geen tijd was om alles te ordenen. Kortom, het was een ongeorganiseerde bende. Er liepen wat meiden rond die enkel Pools of Oekraïens spraken en in de nacht werden er vaak dieren gebracht die erg jong of ziek waren. Ik sliep in mijn auto op het terrein en dit betekende slapeloze nachten omdat ik iedere keer moest helpen.


De hondjes die geleverd werden kwamen uit nood omdat de shelters overal vol zaten. Dit was echter een loods voor spullen en niet voor dieren dus kregen ze niet de zorg die ze nodig hadden. Bovendien hadden autoriteiten de organisatie al meerdere keren op de vingers getikt dat er geen dieren opgevangen mochten worden op deze locatie. Maar goed, ze waren er nu dus liep ik zoveel mogelijk met de hondjes buiten. Het was kiezen tussen twee kwaden: ze in de bench laten zitten omdat ze nog niet gevaccineerd waren en dan lagen ze in hun eigen poep en pies en blafte constant vanwege de energie die ze niet kwijt konden. Of meenemen naar buiten zodat ze konden spelen, in schone hokken bleven en aandacht ontvingen maar kans hadden om ziektes op te lopen. Ach, ze kwamen notabene van de straat dus ik nam het risico van de ziektes op de koop toe.


De ene puppy was nog liever dan de andere en het was een dagtaak om ze te vermaken, te verzorgen en daarnaast ook de kitten- en kattenbakken schoon te houden. Er waren namelijk ook ongeveer nog acht katten die allemaal behoorlijk ziek waren... Dan was er ook de vracht die uitgeladen en gesorteerd moest worden. Niemand nam de leiding en het was echt een zooitje. De eigenaresse zat met Corona thuis en hierdoor kreeg ik de verantwoordelijkheid voor de hele toko. Dit wilde ik niet want ik bleef niet lang en sprak de taal niet. Bovendien was ik het niet eens met het feit dat er dieren in de loods waren.

Gelukkig kwam op een ochtend een Engelsman aan. Hij had gehoord dat het een puinhoop was en had eerder drie loodsen geordend in Polen. Hij kwam als geroepen! Een aantal Amerikanen belde hij op en die stonden diezelfde middag nog alles heen en weer te sjouwen en te ordenen. Er kwam logica en rust in de tent.


Mij werd gevraagd te kijken bij een klein asiel bij de grens in Polen om te zien of de organisatie die kon gebruiken en uitbreiden. Het asiel zat verstopt in een kleine, smalle straat vol gewone huizen. Ik kon mij niet voorstellen dat hier plek was voor een opvang van dieren en dan had ik het nog niet over het geluidsoverlast en gebrek aan ruimte om de beestjes uit te laten. Ik keek nog een beetje verdwaasd om mij heen toen een man mij riep en wenkte. Ik liep om een huis heen en daarachter was een enorme openplaats met verschillende hokken waarin honden zaten. De man begon in het Pools tegen mij te praten en wees naar twee hokken. Een halfblinde hond lag rustig naar mij te kijken. De andere was volledig blind en stoof angstig het houten huisje in. Hij stootte zich aan de ingang, piepte en ging in een donker hoekje liggen. Mijn hart brak. De man gooide het hok van de halfblinde open en ze stoof op mij af. Ze gaf mij kusjes en sprong vrolijk op en neer. Ik wilde haar meenemen maar waar moest ik haar laten? Ik wist niks van deze hond en heb er zelf geen plek voor. De man was blij en deed een lijn bij haar om en gaf die breed lachend aan mij. Ik kon wel huilen en zei alleen maar nie nie (njet njet) en schudde mijn hoofd en liep naar achteren. Ik pakte mijn telefoon en vertaalde dat ik terug zou komen maar de honden nu echt niet mee kon nemen. Hij begreep het en zijn houding veranderde door de teleurstelling en hij duwde de hond terug in haar hok. Zij begreep er niets van en keek mij hoopvol aan achter de tralies. Ik kon mij nog net omdraaien en weglopen en de tranen rolde al over mijn wangen. Eenmaal in de auto hield ik het niet meer en barste in snikken uit. Wat moet er toch terecht komen van al deze beestjes? De ene is nog zieliger dan de andere. Al het leed, de slecht georganiseerde opvang, de beperking in communiceren door taalbarrières, het werd mij te veel. Ik kon mijn vriendin bellen en huilde en vertelde alles wat ik gezien had. Diezelfde dag was ik namelijk ook nog in het tentenkamp voor de mensen geweest. Het rode kruis en unicef hadden niets meer opgezet dan wat plastic tenten die stonden te klapperen in de wind. Enkele veldbedjes stonden vochtig te worden en alle vrijwilligers keken elkaar aan. Het kamp was leeg. Zelfs de vluchtelingen waren gevlucht uit dit kamp. Wat een blamage voor dit soort grote organisaties.

Naast het tentenkamp hadden vrijwilligers een soort markt opgezet met kraampjes vanuit overal ter wereld. Ze boden voedsel aan, luiers, medicijnen en nog veel meer. Het ontroerde mij om mensen met allerlei verschillende achtergronden samen te zien werken. De Palestijnen stonden letterlijk naast de Joden met een kraampje en droegen truien met 'no war'. Zo kan het dus ook. Maar mijn teleurstelling in de toonaangevende organisaties was groot. De Poolse regering had zelf maar een supermarkt leeggehaald en ingericht als opvang iets verder van de grens, Tesco werd het genoemd. De kinderen spelen, de vrouwen bellen, de mannen die er zijn zijn vrijwilligers of van het leger. Mannen vluchten hier niet maar vechten. Er is een grote slaapruimte waar veldbedden aan elkaar staan. Hier slaapt iedereen bij elkaar en is er geen ruimte voor privacy. Dit waren ook geen comfortabele omstandigheden maar zoveel beter georganiseerd dan die van het rode kruis. Wat gebeurt er dan met al die donaties en het geld van giro 555 vraag ik mij af...




Nadat ik mijn verhaal kwijt kon aan mijn vriendin twijfelde ik om te blijven. Wat kon ik hier nog doen? Het leed van de zieke dieren deed mij iedere keer verdriet. Een hondje met gebroken poot was die ochtend nog gebracht, zij wilde zo graag uit de bench dat zij het voor elkaar kreeg om wat spijlen om te buigen. Ze was bang en wilde zo graag aangehaald worden. Die grote donkere ogen keken mij aan en ik wist gewoon niet wat te doen. Al dat leed, de pijn van die beestjes en ik kon niets doen. Van één hond had ik maar de teken verwijderd en omdat er meer wormen dan poep uit kwam een wormenkuur gegeven. Maar het verzorgen van de dieren moet verder gebeuren door een dierenarts werd steeds gezegd. Alleen zat die al dagen in Lviv.


Op een ochtend toen ik in een appartement mocht slapen (en vooral eindelijk kon douchen) kwam ik terug en waren de honden en katten in de nacht opgehaald. Niemand kon mij vertellen waar naartoe ze gebracht werden of wie het gedaan had. Er gingen verhalen rond over dat de Poolse overheid niet-rashonden uit Oekraïne euthanaseerden. Ik was er klaar mee. Ik wilde niet dat dit ging gebeuren met de twee honden (halfblind en volblind) en besloot ze op te halen. Ik zocht wel een plekje voor ze. Dat moest toch lukken? De man was mij dankbaar dat ik de honden kwam ophalen en overhandigde mij wat Oekraïense papieren maar geen paspoort. Het waren de rabiës enting bewijzen maar ik had hier zo mijn twijfels over. Het maakte mij niet uit en met de honden ging ik terug naar de loods. De halfblinde was meteen de favoriet van iedereen. Een hele kalme hond die genoot van de vrijheid. Ze sliep bij mij in de auto en ondertussen zocht ik een plekje voor haar. Dit bleek moeilijker dan verwacht... In vele ogen was zij namelijk niet mooi genoeg. Mensen willen een schattig hondje of een puppy. Geen halfblinde dame.



De volledig blinde hond zou al snel opgevangen worden door iemand die zich specialiseerde in de opvang van gehandicapte hondjes. De hond was wel erg angstig en dronk enorm veel water als hij de kans kreeg. Het bleek dat hij nierfalen had en helaas hebben we hem moeten laten inslapen. Hij scheen erg veel pijn te hebben en gaf zich ook helemaal over op de tafel. Het was goed zo. Triest maar goed.


Vanuit onverwachte hoek kreeg ik hulp voor the halfblind. Benjamin Moser, de partner van Arthur Japin (mijn favoriete schrijver), zet zich in voor de dieren in Oekraïne en wilde helpen een huis te vinden voor haar. Na enige tijd vond ik de juist plek en wist ik zeker dat ze een goed thuis zou krijgen. Een hele geruststelling en ik probeerde mij niet te veel aan haar te binden in de tussentijd. Dit was ongelooflijk moeilijk omdat zij echt mijn emotionele support was daar. 's Avonds in de auto was ik uitgeput, hongerig en verdrietig. Zij was dan vrolijk en aanhankelijk en dat was precies wat ik nodig had. En wat had ik nou te klagen? Ik wist dat ik weer naar mijn veilige thuis ging terwijl de situatie daar door zou gaan.


Omdat veel mensen spullen kwamen halen in de loods legde ik snel contacten. De Engelsman, John, had nog meer mensen opgeroepen en iedereen zorgde voor de halfblinde dame. Ze hield de wacht.


Ik kon haar met een gerust hart achterlaten en aansluiten bij iemand die ook als vrijwilliger zelfstandig naar Oekraïne was gekomen. Hij had een eigen busje waarmee hij heen en weer reed en bouwde een eigen shelter in Oekraïne op de grens. Ik wilde hem graag helpen en ben de rest van de tijd veel bezig geweest in Oekraïne. De eerste dag liepen we in een bouwmarkt in Lviv en plots hoorde je sirenes. Een onwerkelijk geluid. Elke bewoner heeft op zijn telefoon een app die aangeeft of en waar het alarm gaat dus iedereen pakt die er snel bij. De winkel werd ontruimd en je zag een groot contrast tussen de bewoners. Een gedeelte snelde naar de auto en reed meteen weg, waarschijnlijk richting huis. De andere helft stond met de armen over elkaar te wachten voor de winkel tot deze weer openging. Ze waren het zat. De loze alarmen, de angst, de onzekerheid. Een Oekraïnse jongen was met ons mee en vertelde mij over zijn volk. Een koppig, hardwerkend, maar vriendelijk en gastvrije mentaliteit hebben de mensen hier. Ook wij wachtte voor de winkel en konden na anderhalf uur weer naar binnen om de laatste spullen aan te schaffen. Op de terugweg reden we langs het vliegveld dat pas gebombardeerd was. Het zag er redelijk ongeschonden uit met alleen hier en daar wat schade. Verder gaat het leven gewoon door.

De volgende dag brengen we medische goederen naar een plek in het centrum Lviv. Het is een prachtige, kleurrijke en drukke stad. De plek waar de spullen naartoe moeten blijkt een muziekschool te zijn voor klassiek geschoolde leerlingen. Er staan minstens 15 mensen te wachten om te helpen met uitladen. Binnen tien minuten is de bus weer leeg en vliegt iedereen om ons de hals om te bedanken. We worden meegenomen naar een kleine ruimte waar twee bechstein vleugels staan en kinderen geven om de beurt een concert. Ze buigen trots als we applaudisseren en ze glunderen van geluk. Als het laatste concert is afgelopen gaan we naar buiten en op dat moment gaat het luchtalarm weer af. We worden snel begeleid naar de kelder in het gebouw en een oudere dame en de kinderen volgen. De eigenaresse van de muziekschool komt naast mij zitten en laat beelden zien die haar man maakte in oost Oekraïne. Er liggen lichamen verspreid overal op straat. Vrouwen, kinderen, ouderen. Ze vertelt dat zelfs de lijken beroofd worden en de Russen kennen geen genade. Een meisje van ongeveer 10 jaar oud, professioneel kunstschaatsster in wording, is doodgeschoten toen ze vluchtte. Bussen en treinen waarin mensen probeerde te ontkomen aan de oorlog werden doorzeefd. Honderden kogelgaten zijn te zien en mijn hart breekt. Ze laat mij nog beelden zien van verkrachtte kinderen die vermoord en naakt op hun buik liggen met een brandmerk op hun rug. Ik kan niet geloven dat de wereld zo slecht is en mijn tranen rollen geruisloos over mijn wangen. Ze gaat verder en vertelt over haar zoon die nu in Berlijn is met enkel een foto van haar en haar man in z'n rugzak. Ze mist haar zoon enorm wie een pianist is. Ze laat een filmpje zien van een kapot geschoten huis waarin enkel de piano nog heel is. Hij speelt een prachtig stuk en het is een onwerkelijk beeld. We zitten daarna nog een aantal uur in stilte te wachten tot hetzelfde geluid van het alarm verschijnt op ieders telefoon. Hoe verwarrend ook, het betekent dat het alarm is opgeheven. De eigenaresse begeleid ons weer naar buiten en blijft ons bedanken. Ze strekt haar armen uit tijdens het afscheid en ik druk haar stevig tegen mij aan. Ik vertel haar hoe moedig ik haar vind en hoop vurig dat zij en haar gezin nog meer leed bespaard blijft. Weer komen de tranen en ik zwaai haar uit. De stapt de straat op en geeft nog handkusjes. Ik zwaai tot ik haar niet meer kan zien en barst in huilen uit. Yannick parkeert de auto en troost mij even. Het is een onwerkelijke situatie hier en ik heb even tijd nodig om weer tot mijzelf te komen.



















Als we weer richting de Poolse grens rijden is het al donker. Overal lopen kikkers op de weg, duizenden... Het is onmogelijk uit te wijken dus moeten we keuzes maken.. op grootte? Op beweging? Ze poppen uit elkaar als luchtbellen onder de banden. Een heel naar geluid wat we niet kunnen voorkomen.


De volgende dag staat er weer een levering in het noorden van Oekraïne op het programma. We rijden uren met drie auto's achter elkaar over slechte wegen vol diepe gaten. In sommige gaten worden bakstenen gelegd die er dan weer uitgewipt zijn. Dus je moet extra goed opletten dat je niet eerst door een gat en daarna over een grote steen rijdt.

Als we aankomen bij de locatie is het een kleine shelter midden in de bossen aan het water. Het oogt hier idyllisch. Een bizar grote hond komt enthousiast op mij af springen en plaatst zijn voorpoten op mijn borst. Meteen rent ie weer weg achterom kijkend of ik wel achter hem aan kom om te spelen. De dames daar schreeuwen zijn naam maar hij ziet een kat en jaagt deze op het bos in. Dit schijnt hij wel vaker te doen en wilt enkel spelen, verzekeren de dames mij. Als we bezig zijn de spullen uit te laden pakt de eigenaresse mijn hand om te danken en voelt de kou ervan. Mijn lippen zijn paars en ze trekt mij mee naar binnen in haar huis. Ik moet zitten in een ruimte waar echt alles van hout is. Niet donker of licht hout maar die ouderwetse kleur. Niets heeft een andere kleur, behalve de katten die met hun staart swiepend naar mij zitten te kijken. Een warme kop koffie krijg ik en zonder al te veel zichtbaar te gruwelen drink ik het op, dankbaar voor wat warmte in mijn buik.


Als we de shelter bijna ingericht hebben en eindelijk proberen te slapen op een luchtbed naast de hokken worden we gebeld. Of er acht gehandicapte hondjes kunnen worden opgevangen. We kijken elkaar aan en uhm, ja, natuurlijk kan dat.... We hebben geen idee wat ons te wachten staat en zorgen ervoor dat alles in orde is. Een aantal uur later stopt een klein busje bij de zelfgemaakte shelter en ik zie magere en oude hondjes achterin. Als ze eruit getild worden merk ik de luiers op. Ze zijn allemaal aangereden door een auto en daardoor verlamd en incontinent. Hun achterpoten slepend achter hun aan bewegen ze onrustig in de kooien. Twee liggen onder dikke pakken dekens en zijn zo oud dat zelfs iedere adem teug moeite kost. Bij mensen zou dit onder ondraaglijk lijden vallen. Ze vallen aan op het voer alsof ze dagen niet gegeten hebben en het is triest. Twee hondjes zijn enorm bang en vluchten zodra je ze wilt aanhalen. Een andere in de kartonnendoos heeft een wond aan zijn poot waar ik bijna misselijk van word. Het enige wat je uit ziet steken is een stuk bot en ik heb nog nooit zoiets gezien. Wat een pijn moet het beestje hebben. Wat is het perspectief van deze hondjes? De dame die ze gebracht heeft wordt boos op mij en vraagt waar die pessimistische houding vandaan komt. Ik zeg enkel te willen dat de dieren geen pijn hebben en mijn gedachtes over euthanasia hou ik voor mijzelf. Er is hun een plekje in een shelter beloofd waar ze rolstoeltjes krijgen en ze verblijven voor drie dagen bij ons. We doen wat we kunnen en ze worden inderdaad opgehaald. Ik heb er niets meer over gehoord en besloten het daarbij te laten.



Eenmaal terug bij de loods is de halfblinde dame weer net zo blij als altijd om mij te zien en we besluiten huiswaarts te keren. Ik breng haar naar haar nieuwe eigenaar in Köln en heb een Oekraïens paspoort voor haar weten te regelen. Ze rijdt gelukkig graag in de auto en de rit gaat voorspoedig. Eenmaal thuis maakt ze kennis met Zuko. Het klikt tussen de twee en ze moet zo snel mogelijk weg omdat het anders te moeilijk wordt voor haar en mij.


Ik neem haar mee naar de dierenarts voor wat checks in Nederland en ook daar is ze zo braaf. Ik wandel nog een keer met haar en Zuko door het bos en breng haar weg. Het klikt meteen tussen de nieuwe eigenaar en Branka (zo heeft hij haar genoemd). Het is een goed thuis en ik voel aan alles dat het klopt zo. Ik neem afscheid van haar en daarmee van mijn avontuur in Oekraïne. Het is een druppel op een gloeiende plaat wat ik heb kunnen doen. Soms vind ik dat frustrerend en de kunst zit hem erin om niet uit te zoomen maar juist in te zoomen. Te kijken op kleine schaal wat we hebben kunnen doen. Het was in ieder geval een fantastisch team waarmee ik samenwerkte en de komende dagen zal ik gebruiken om bij te slapen.







Post: Blog2_Post
bottom of page