top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverMarissa

Antigua

Bijgewerkt op: 8 apr. 2021

Winderig en wisselend bewolkt is het vandaag. Typisch Caribisch weer. Hier en daar zie je een bui vallen en dan straalt de zon weer hevig z’n stralen uit over het water. Die stralen zijn verraderlijk en de eerste velletjes beginnen al los te komen op mijn blijkbaar eerder verbrande voorhoofd. We besluiten een duik te maken en moeten daarvoor eerst met de tender over de wilde golven varen. Zodra we de haven uit zijn en op open water langs het eiland varen, klappen we om de haverklap op de golven en het water stroomt de tender in. Het kan mij niet hard genoeg en joelend jut ik Mark op om meer gas te geven. Ik sta naast hem en houd mij stevig vast. Als er plotseling een golf vanaf de zijkant ons onverwacht en ruw wegduwt, val ik tegen hem aan en nog net kan hij zijn evenwicht bewaren. Als dat niet gelukt was lag hij nu als drenkeling in de woeste golven en moest ik hem weer de tender in zien te krijgen. Even dacht ik dat ik een sneer zou moeten incasseren, iets van, ‘let dan ook op!’, maar hij barstte in lachen uit en zei alleen maar, ‘dat ging net goed he!’. Wat een verademing, iemand die niet snel op z’n teentjes is getrapt, verwijten maakt, of angstig is.

We varen door langs het eiland en zien hoog in de bergen de gouden kooien waarin de rijke mensen af en toe verblijven. Geld is er genoeg op deze wereld, alleen is het niet eerlijk verdeeld. De extra huizen van de elite zijn gesloten met luiken voor de ramen en afgeschermd voor de rest van het eiland door middel van hoge hekwerken. We varen door en zien de Hercules pilaren waar we zullen gaan duiken. Mark wil mij eerst nog English harbour laten zien. De haven waar hij na de eerste oceaanovertocht aankwam en ik heb meerdere verhalen gehoord over de feesten daar. De captain kon zich deze feesten iets minder goed herinneren, maar dit kwam waarschijnlijk door het overmatige drinken van de te zoete cocktails. We minderen snelheid en varen de haven in. Het is triest om de leegte daar te aanschouwen. Er liggen wat verloren motorjachten te deinen waarvan het personeel aan het poetsen is. Verder is er een zeilboot gekapseisd en zit met de mast vast in de boot ernaast. Als je op het land kijkt ziet het er idyllisch uit met de vrolijk gekleurde restaurants, palmbomen en andere tropische begroeiing. Er zit een man wat verloren op een pilaar met een strohoed op, een sigaretje te roken. Er is geen muziek, geen lallende mensen, verder geeneens een teken van leven. Enigszins teleurgesteld draaien we om en ik maak de tender vast aan de boei bij de Hercules pilaren. Althans, dat dacht ik. We drijven al gauw ver van de boei en blijkbaar heb ik het touw door een kapotte lus onder de boei gehaald. Oeps… Nog steeds is Mark niet geïrriteerd en ik krijg een tweede kans. Nu maak ik de tender goed vast en bereid het duiken voor. Ik klik mijn mes vast om mijn been, doe mijn duikcomputer om mijn pols, trek mijn schoenen aan, spuug in mijn bril maak die schoon, spoel hem om en doe mijn vinnen aan. De gewichten klik ik in mijn vest, de kraan van de zuurstoffles draai ik helemaal open, vervolgens een kwartslag terug, laat wat lucht in mijn vest lopen en gooi alles overboord. Ik spring erachteraan en hap even naar de lucht als het koude water mijn wetsuit instroomt. Ik doe al dobberend mijn vest aan en maak alles zo stevig mogelijk vast. Eigenlijk is mijn vest net even te groot maar ik ben er al aan gewend geraakt. Ik check nog even de 3000 bar, doe mijn mondstuk in en laat alle lucht uit het vest lopen en adem rustig uit. Ik verdwijn onder water en geniet. Als ik de ruimte tussen mij en het wateroppervlak steeds groter zie worden word ik rustig. Er heerst een bepaalde rust onder water die nergens op het land te vinden is. Misschien komt het door het onvermogen te kunnen praten onder water en je dus nooit hoeft te luisteren naar zinloze gesprekken.

Over de bodem van de oceaan proberen we te kunnen zwemmen. Het zeewier danst hevig heen en weer en ik heb veel moeite voorruit te komen. Ik flipper met veel kracht tegen de stroom in en gebruik meer zuurstof dan normaal. Als ik even de tijd neem om te kijken hoe de visjes zich voortbewegen, leer ik hoe ik dat ook het beste kan doen. Als de stroming tegen mijn zwemrichting ingaat doe ik niks, ik laat mij simpelweg meevoeren want er tegenin zwemmen heeft geen zin. Zodra de stroming mij de juiste kant op begint te duwen begin ik te zwemmen en zo kom ik langzaam voorruit. Het werkt en ik kan mij sneller verplaatsen dan eerst en het kost minder energie!

Vergeleken de andere eilanden valt het hier tegen qua diversiteit onder water en het zicht is ook niet helder door al het opwaaiende zand. De bodem bestaat uit hoge rotsen en je moet steeds goed rekening houden niet te dichtbij te komen als de stroming tegen je werkt. Want op deze manier kan je tegen de rotsen aankomen en koraal afbreken. Iets wat geen enkele duiker op zijn geweten wil hebben. Als ik het T signaal krijg van Mark weet ik dat we moeten omkeren. Op dezelfde wijze bewegen we ons op de terugweg voort en hebben op wat kreeften, zee-egels en gekleurde vissen na, weinig gezien. Onze safety stop van drie minuten lijkt een eeuwigheid te duren en als we boven komen en ik mijn mondstuk uit doe klapt er meteen een zoute golf in mijn gezicht. Dat is het enige waar ik een hekel aan heb met het duiken. Al dat zoute water in je gezicht en als je niet oppast in je neus en mond. Waar ik trouwens ook niet tegen kan is nat haar op mijn rug. Ik heb dan ook de vreemde gewoonte om als ik gedoucht heb meteen mijn hoofd naar voren te buigen zodat mijn haar niet mijn lichaam aanraakt. Als ik gedoken heb wil ik de slap geworden staart of knot ook altijd even opnieuw goed vastmaken. Onder water voelt je haar heel soepel en is makkelijk vast te binden maar bovenwater wordt het ruw en krijg je het elastiek er moeilijk omheen. Met mijn hoofd achterover geleund in het water probeer ik mijn elastiekje los te trekken maar die zit helemaal vastgeknoopt in mijn haar. Ik trek er hard aan en hoor het scheurende geluid van afbrekend haar. Mark vraagt of hij kan helpen en zo dobberen we nog even in het zoute water. Ik lig op mijn rug, houd met één hand de tender vast, sluit mijn ogen en lig heerlijk te zonnen terwijl Mark probeert het haar uit het elastiekje te krijgen. Hij heeft meer geduld dan ik en als hij het zonder hard te trekken los heeft gekregen duik ik nog één keer onder water om het hoog en strak op te binden. Geen nat haar op mijn rug dus gelukkig.

Als we alles hebben ingeladen in de tender zetten we de terugweg in. We varen nu met de wind mee en als een surfplank bewegen we over de golven. Dit is nog veel leuker dan de heenweg! Weer joel ik het uit en hou mij stevig vast als Mark iets te enthousiast over de golven wil varen. Als we weer bij de boot zijn gooi ik het touw naar de captain die ons opwacht. De spullen gooi ik aan boort en ik probeer mijzelf met duikschoenen aan, aanboort van de zeilboot te hijsen. Ik heb mijn voet niet goed neergezet en val op mijn knie en pols. Het is blijkbaar niet mijn dag… Alsof Jessica mijn gedachtes kan lezen wordt er meteen een rosé biertje voor mij klaargezet en met z’n vijven maken we plannen voor de komende dagen. Ik wil graag leren kiteboarden, paardrijden en hiken. Ik heb Tim en Romain veel zien kiteboarden en wil het zo graag leren! Jessica wilt ook paardrijden en hiken dus we maken een planning.

Ik mis het strekken van mijn benen op de boot en na het drinken van mijn rosé biertje stap ik weer met Mark in de tender om de paarden aan wal te zoeken. Ondanks dat hij niets met paarden heeft, heeft hij wel behoefte even voeten aan wal te zetten. Ergens dichtbij een haventje moet een manege zijn en we wandelen die kant op. Als ik de struiken vol bloemen zie in alle felle kleuren moet ik ze plukken. Ik maak een mooi klein boeket en steek een felle gele bloem achter mijn oor. Als we de hoek om lopen zie ik een kudde geitjes en mijn geluk kan niet op om weer beestjes te kunnen aaien. Alsof een geitje mijn blijdschap deelt, komt die vrolijk op mij afgelopen. Ik knuffel en kroel het beestje en al gauw ruik ik net zoals hij. Hij vindt de bloem in mijn haar, trekt die achter mijn oor vandaan en peuzelt die op. Mark maakt een foto en laat mij even mijn gang gaan met het dier. We lopen door en opeens begint er een man met een dronken stem te schreeuwen. ‘put on your facking masks!’ We lopen door en kijken elkaar schouder ophalend aan. We hebben er geen en kunnen daar nu niets aan veranderen. Als ik een auto met hoge toeren van achter hoor aankomen spring ik de berm in. Met piepende remmen stopt hij naast ons en doet zijn raam naar beneden. Het is dezelfde donkere man die met nog drie tanden in zijn mond, speeksel spuwend roept dat we onze facking masks op moeten zetten. Mark, nuchter als altijd, buigt naar voren, legt zijn handen op zijn knieën en kijkt de man aan en zegt, ‘where is your mask than?’ en dit maakt de bestuurder woest. Hij probeert uit te stappen en ik roep dat we gauw weg moeten hier. Alles in mij zegt dat deze situatie wel eens snel kan escaleren. Ik loop in snelle pas weg en houd Mark in de gaten. De auto gaat in zijn achteruit en geeft vol gas. Hij probeert Mark aan te rijden en hij kan nog net wegspringen. De auto met de dronken, boze man schampt tegelijkertijd bijna de auto achter hem en de twee mensen in die auto doen hun raam naar beneden en vragen wat er aan de hand is. Zonder na te denken stap ik in die auto en zeg Mark hetzelfde te doen. Die vraagt eerst nog of hij mag instappen en de man en vrouw voorin roepen, ‘get in!’. We rijden weg en leggen de situatie uit. Gelukkig kwamen we er ongeschonden uit en binnen een paar honderd meter zijn we aangekomen bij de manege. Ik kijk nog een paar keer achterom of we niet achtervolgt worden door die dronken gek en Mark zegt dat het misschien beter is om terug te gaan naar de haven. Het wordt al bijna donker en dan nog samen teruglopen is wel een risico. Hij heeft gelijk en zonder een paard gezien te hebben brengen de vriendelijke mensen ons terug naar de aanlegplek van de tender. Zoiets hadden zij nog nooit meegemaakt terwijl zij al jaren op het eiland woonden. Hij kwam uit Engeland en zij uit Amerika en waren hele nette en beleefde mensen. Nog wat ontdaan varen Mark en ik terug naar Nyima en vertellen de rest van de crew over ons avontuur. Verbaasd reageren zij en gewapend met maskers stappen we nu alle vijf in de tender. We gaan even wat drinken in een andere haven en na de eerste cocktail ben ik het avontuur alweer vergeten en voel mij jolig worden. Door de Nederlandse eigenaar van de tent erboven worden we uitgenodigd omdat de captain, Tim, hem kent en we drinken daar meer cocktails. De oude captain van Nyima is daar toevallig ook en het weerzien met de crew is één groot feest. We lachen en kletsen en voelen ons onbezorgd en vrij. Als wegens de avondklok de tent sluit willen we de oude captain die nu werkt op een ander schip afzetten bij zijn huidige boot. Mark is nog jovialer dan normaal en vraagt om de sleutel van de tender. Niemand weet waar die is en iedereen denkt dat Mark een grap maakt. We zoeken in al onze zakken en Mark heeft ons al losgemaakt van de kade en is begonnen te peddelen met zijn handen. Hij ligt zelf helemaal dubbel en zegt dat we het zo ook wel redden. Romain vindt de sleutel in zijn zak en ik kijk de captain aan als Mark de motor start en zegt dat we ons goed moeten vasthouden. Is het nog geoorloofd hem te laten varen? Voor ik het weet geeft hij vol gas en Jessica en ik voelen iets vies op onze voeten landen. Er is een vis in de boot gesprongen en ik gruwel van het slijmerige ding op mijn voeten. Iedereen lacht en de captain pakt het beestje vast en gooit het terug. We zetten de jongen af bij zijn boot en varen richting Nyima. Van de verlichting doet alleen het groene licht het, en alle boeiend op het laatste moment ontwijkend snellen we ons naar de boot. Iedereen is aangeschoten en lacherig en ik ben blij met deze leuke groep mensen! Als we weer terug op de boot zijn eten we nog wat en maken een weddenschap over het kitesurfen. De captain en Jessica denken dat ik als eerste op het water sta en Romain denkt dat Mark dit als eerste lukt. Mark heeft ervaring met watersport en snowboarden dus is theoretisch gezien in het voordeel. Ik ben echter jonger, fitter en competitief dus maak ook een kans. De inzet is twee rondjes drinken en we bezegelen de weddenschap met het klinken van de glazen. De captain wil nog een weddenschap afsluiten en zegt dat als Mark de eerste dag op het board kan kitesurfen, hij zich omhoog laat slingeren aan één of ander touw en dan in het water laat plonsen. Naakt. Als Mark niet op de eerste dag op het board staat, moet Romain. De captain is extravert en heeft geen blad voor de mond maar Romain maakt vaak een wat meer verlegen en bescheiden indruk dus die schudt meteen ‘nee!’ Dat gaat hem te ver. Na veel aandringen en nog wat glazen rode wijn, is ook Romain overstag en nu ligt er een behoorlijke druk op Mark en mij. Wie gaat er het eerst op dat board over de golven heen surfen met een vlieger in z’n hand? Wordt vervolgd.





Post: Blog2_Post
bottom of page